De Big Mac-index is een eenvoudig hulpmiddel om de waarde van verschillende valuta te meten. De index vergelijkt de valuta ten opzichte van de dollar. De prijs van een Big Mac, een hamburger die in vrijwel elk land verkocht wordt, geeft een goed beeld van wat een munt op dat moment waard is.
Introductie
De Big Mac-index is in 1986 geïntroduceerd door het Britse weekblad The Economist. Het blad wil aan de hand van de prijs van een bekende hamburger de koopkracht in verschillende landen illustreren. Naar eigen zeggen om wisselkoersen leuker te maken.
Sinds de invoering van de Big Mac-index, kwamen er diverse varianten. Zo introduceerde een Amerikaanse bank in 2003 een index die aangeeft hoe lang iemand in een bepaald land moet werken om een Big Mac te kunnen kopen.
Duurste Big Mac
De duurste Big Mac was in 2014 te koop voor € 5,75 in Noorwegen. Voor slechts € 1,59 kocht je op dat moment dezelfde burger in Zuid-Afrika: de goedkoopste Big Mac ter wereld. In dit voorbeeld zijn de bedragen omgerekend naar euro’s. Zou je de prijzen in de originele munteenheid met elkaar delen, dan vind je de ‘werkelijke’ wisselkoers.
Betrouwbaar
De Big Mac-index klinkt grappig, maar is behoorlijk betrouwbaar. De hamburger ziet er namelijk vrijwel overal hetzelfde uit. Bovendien bestaat hij uit verschillende producten: vlees, brood, groenten en arbeid. Aangezien McDonald’s deze producten overal lokaal inkoopt, is een index op basis van een Big Mac een aardige doorsnede van het prijsniveau in een lokale economie.
Big Mac Index uitgelegd in beeld
De onderstaande video legt eenvoudig (en beeldend) uit hoe de Big Mac Index precies werkt.